Het 4e Gymnasium in Amsterdam is een breed toegankelijk gymnasium met het vak Film als een van de speerpunten van de school.
"Iedereen kijkt film, het is een hedendaagse, toegankelijke kunstvorm die dicht bij ons allemaal staat en bij de belevingswereld van jongeren aansluit," zegt Jeroen Bergamin, rector van het 4e Gymnasium in Amsterdam met zo’n 800 leerlingen. Sinds 2015 kan er op het 4e examen in film gedaan worden. Jeroen: “Heel bewust kozen we voor film en niet voor een klassiek kunstvak zoals muziek of beeldende kunst." Film in het curriculum past goed bij de visie van de school die breed toegankelijk wil zijn. Jeroen: “We willen dat onze school een afspiegeling is van de maatschappij.”
Andere perspectieven
Wat leerlingen inhoudelijk bij het vak film leren, sluit goed aan bij het profiel van het 4e. “We stellen ons tot doel om leerlingen andere manieren van denken aan te leren. Bij een kunstvak zoals film en theater is dat wat je doet: je kijkt op nieuwe manieren naar de dingen.” Elk jaar bezoeken leerlingen het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) met leerlingen om bijvoorbeeld een film te kijken die gaat over wat vluchtelingen meemaken. “Via film maak je kennis met andere perspectieven, daarom sluit het jaarlijkse festivalbezoek aan bij onze missie en visie.”
Het idee voor film in het curriculum gaat terug naar een moment nog voor de oprichting in 2005. Geschiedenisdocent Nico Markus werkte toen nog op een ander gymnasium waar hij propagandafilms van Riefenstahl en Eisenstein met leerlingen bekeek en besprak. 'Schrijf nu zelf een script voor een propagandafilm waarbij je laat zien of je voor of tegen iets bent,' stelde hij voor. Het was de bedoeling dat de leerlingen ook hun eigen propagandafilmpje maakten. Nico: “Tot mijn stomme verbazing lukte ze dat binnen de kortste keren. Ze gingen er helemaal voor!”
Macht van media
“Door het zelf maken van films begrijp je de impact van film en de macht van media,” zegt Nico, “je vraagt je sneller af in hoeverre je misschien misleid of gemanipuleerd wordt. Omdat bewegend beeld een grote rol speelt in ons alledaagse leven, vind ik dat kinderen bewegend beeld moeten kunnen doorgronden.” Dat wil niet zeggen dat Nico’s interesse in film niet verder gaat dan dat, want Nico is een groot filmliefhebber. “Film is een prachtig medium om een verhaal te vertellen.”
" Op open dagen zag je leerlingen filmen. Hartstikke stoer."
Geschiedenisdocent Nico Markus
Bij het uitdenken van het lesprogramma van het nieuwe 4e Gymnasium met het toenmalige team van de rector en docenten pleitte Nico daarom voor film als vak. "Maar ook anno 2005 was het passen en meten met zo’n urentabel. Voor aparte filmuren was simpelweg geen tijd en voor een filmdocent geen geld. We besloten om film onder te brengen in het vak geschiedenis in het tweede jaar, één uur per week. Film begon dus klein en niet als een als een op zichzelf staand vak, maar de kinderen vonden het heel erg leuk en interessant.”
Onderscheidend gymnasium
Op open dagen zag je leerlingen filmen op het 4e. Nico: “Hartstikke stoer. De kinderen die de school kwamen bekijken, waren enthousiast maar ook veel ouders. Oh, had ik dit vak vroeger maar gehad!, riepen ze.” Het 4e kon zich er dus een beetje mee profileren en de latere keuze voor film als examenvak bleek een manier waarmee de jonge school zich kon onderscheiden van andere Amsterdamse gymnasia.
Al vanaf de oprichting in 2005 zet het 4e Gymnasium in op een profiel dat zich onderscheid door bijzondere vakken op het rooster. Niet alleen film, maar ook om theater, filosofie en sterrenkunde. Zo’n vak kiezen leerlingen boven op hun standaard vakkenpakket. Met uitzondering van sterrenkunde kunnen ze ook examen doen in deze vakken.
Film als examenvak
Filmdocent Malu Sanders werd in 2012 aangesteld om film als examenvak te ontwikkelen. Malu: “Toen ik erbij kwam, werd er al les over film gegeven met leren animeren, was er aandacht voor de documentairefilm en het zelf maken van propagandafilms, maar niet op structurele basis.” Samen met Nico en een andere geschiedenisdocent zette Malu die brede insteek voort. “In onze werkgroep die het vak ontwikkelde zat ook onze mediathecaris/ cultuurcoördinator en andere collega’s uit de kunstsectie.”
" De combinatie van theorie, geschiedenis en analyse met zelf filmmaken is goud"
Filmdocent Malu Sanders
Samen bepaalden ze wat leerlingen moeten leren als ze leskrijgen over film en op basis daarvan maakten ze lessen en ontwikkelden ze hun leerlijn. Het vak film is op het 4e een kunstvak met een focus op het creëren van een filmverhaal waarbij filmische vormgevingsmiddelen bewust worden ingezet. Malu: “We zochten naar de balans tussen filmtheorie, - geschiedenis, - analyse én filmpraktijk, want film is bij ons op school op de eerste plaats een praktijkvak.”
Waar ze op uitkwamen, is dat het maken van film van groot belang is. “Door zelf film te maken, gaat de lesstof voor ze leven, het wordt echter en beklijft ook beter.” De lessen vertrekken vaak vanuit de theorie of analyse of een combinatie daarvan. Malu: “Maar je kunt ook eerst gaan maken en de praktijk koppelen aan geschiedenis. Dat laatste werkt bij eerste klassen beter. Je gaat eerst aan de slag en vervolgens leg je uit: kijk, dit hebben we gedaan en dat deden ze toen en toen ook.” Malu’s ervaring is dat die combinatie goud is.
Opbouw lesprogramma
De globale opbouw van het vak is dat je in de onderbouw vooral bezig bent met de basisprincipes van film en de techniek van het filmmaken. “Wat kun je doen met de camera, in de montage en met geluid? Maar ook: hoe werkt film überhaupt? De leerlingen maken kennis met het maken van filmpjes in verschillende vormen; fictiefilm, animatie, documentaire, videoclips en we doen ook een opdracht met LuckyTV.”
Aan het einde van klas drie werken de leerlingen toe naar een eindfilm voor de onderbouw. Malu: “Ik noem het de meesterproef. Leerlingen laten zien wat ze aan filmvaardigheden hebben geleerd.” Het eindproduct is dus een film. “Het is de bedoeling dat ze ook het filmproces in een verslag beschrijven: wat is je plan, waarom ga je het op die manier doen, waar heb je je door laten inspireren?”
Filmopdrachten bij thema’s
Het programma voor de leerlingen die kiezen voor film als vak in de bovenbouw en er dus examen in willen doen, bouwt hierop voort. In de vierde is er nog geen eindexamenprogramma, maar wel voor jaar vijf en zes en dan maken ze praktische opdrachten bij verschillende thema’s. Een voorbeeld is een opdracht voor klas vijf over art direction. Malu: “De leerlingen maken een film waarbij ze de stad Amsterdam als decor gebruiken en inspiratie halen uit de hofcultuur, want daar zijn we dan ook mee bezig met kunst algemeen. Ze moeten dus lekker out of the box-denken, want in de zestiende en zeventiende eeuw was er natuurlijk nog geen film."
Op die manier ontdekken leerlingen hoe ze inspiratie halen uit de kunstgeschiedenis of een film van een maker waarvan ze de art direction aansprekend vinden, zoals Wes Anderson. Een andere praktische opdracht gaat over film en licht. “We hebben het over film noir en de rol van licht als zowel vormgevingsmiddel als verhalend middel waarbij ze dus echt experimenteren met belichting.” De afsluitende praktische opdracht in klas vijf gaat over postmoderne film. “We gaan daarbij wat dieper in op de theorieën van het postmodernisme, zoals die van Baudrillard. En dat is best pittig voor ze maar daardoor ook leuk.”
" Voor hun eindexamenfilm mogen ze helemaal zelf bedenken wat ze gaan doen"
Filmdocent Malu Sanders
Toffe eindexamenfilms
Bij sommige opdrachten mogen leerlingen ervoor kiezen om foto’s te maken in plaats van film, bijvoorbeeld bij de praktische opdracht over licht. En ze mogen altijd zelf weten of ze alleen werken of in een groepje. In klas zes beginnen ze met een opdracht over videokunst, de conventies van film en hoe je daarmee kunt spelen en ook over de vertoningscontext. En dan beginnen ze aan hun eindexamenfilm. “Ze mogen helemaal zelf bedenken wat ze gaan doen maar ze moeten wel onderzoek doen, dus ze maken film vanuit analyse of filmgeschiedenis of kunstgeschiedenis.”
Malu’s rol wordt dan steeds meer die van begeleider langs de zijlijn. ”Als het goed is, kunnen ze hun eigen film helemaal zelf vormgeven en ben ik er vooral om ze op deadlines te wijzen en te voorzien van extra inspiratie of te wijzen op dingen als: heb je daar al over nagedacht en zou je het ook zo kunnen doen? Dat is ook heel leuk om te doen!” In hun procesverslag leggen ze uit waarom ze de camera op een bepaalde manier gebruiken, waarom ze het zo doen in de montage, waarom ze muziek gebruiken op dat specifieke moment. Malu: "Elk jaar weer komen er hele toffe eindfilms uit!”
Doorstroom Filmacademie
Bijzonder: op het moment zitten er maar liefst vier oud-leerlingen van het 4e Gymnasium op de Nederlandse Filmacademie. Ze kozen voor verschillende richtingen: special effects, documentair en fictie. In de docentenkamer ligt de Volkskrant van vandaag. Het toeval wil dat er een groot artikel over de nieuwe lichting afgestudeerden van de Filmacademie instaat, waaronder een oud-leerling van het 4e: Laura Helbing. Richting montage deed ze en Laura werkt nu als editor. Jeroen pakt de krant op en knikt: “Ja, dat is mooi.”
Bekijk dit voorbeeld van de eindfilm Noah (2022)
De makers zijn Mundo Rozenberg, Casper van Rooij, Sebastiaan van Rooij. De film won de publieksprijs op het NFFS in september 2022 en is ingestuurd voor het camera Zizanio filmfestival in Griekenland.
Meer eindfilms bekijken? Je vindt de mooiste eindfilms bij elkaar op ons YouTube-kanaal.
Meer School-portretten
Bekijk alle afleveringen waarin schoolleiders en leraren vertellen hoe zij lessen over film in het curriculum van hun school hebben ingepast.
Malu’s best practice
Weinig uren voor film? Op het 4e krijgt klas 1 tot en met 4 vanaf 2023/24 een klokuur per week les in film, dus 60 minuten. En in 5 en 6 gaat het om twee klokuren. Malu en de twee andere filmdocenten op het 4e hebben dus van doen met een heel dicht lesprogramma, maar dankzij Malu's beoordelingsmatrixen -elke les krijgen de leerlingen een dubbelzijdig geprint A4’tje met invulvelden- is het kristalhelder wat ze moeten laten zien en kun je nauwgezet volgen of de leerlingen al zijn waar je ze wilt krijgen. Malu: ”Zo kom je met elke klas op hetzelfde eindstation uit. Tegelijkertijd kun je als filmdocent wel je eigen voorbeelden gebruiken en eigen insteken bedenken voor de tussenopdrachten, dus dat is fijn voor de autonomie van de filmdocent.”
Over Malu Sanders
Malu studeerde Theater-, film- en televisiewetenschappen en haalde haar docentenbevoegdheid aan de UvA (ILO). In 2012 begon ze als filmdocent op het 4e. In 2019 won Malu de verkiezing Filmleraar van het Jaar. Daarop volgde haar deelname in de denkgroep van de Doorlopende leerlijn film van het Netwerk Filmeducatie (2020). Vanuit die rol maakte Malu zich hard voor het maakaspect en de praktijk in de leerlijn. Op het moment herschrijft Malu het lesprogramma voor het 4e. “Het is heerlijk om de leerlijn film erbij te kunnen pakken en het daarmee aan te scherpen en te bedenken hoe het nog beter en leuker kan.”
Fotografie: Ilsoo van Dijk (tweede foto).